Dynamic Assessment - uitleg
Het Dynamisch Assessment versus de IQ test.
Om helder te krijgen waarom het dynamische testen onze voorkeur heeft is het goed om eerst een overzicht van de verschillen in kaart te geven. In hun voorlichting zeggen De Radboud Universiteit, Ingrid Claasen en Maartje Radstaake en Stijn Deckers van Stichting Milo hierover:
Aannamen bij IQ testen
Bij het bepalen van het IQ /Ontwikkeling neemt met aan dat:
- Het een een universeel, stapsgewijs pad volgt.(volgorde items gelijk);
- Het IQ blijft het hele leven gelijk na stabilisatie;
- Dat het doorlopen van een hogere snelheid van afname staat voor hogere intelligentie.
Het kind:
- gelijke mogelijkheden heeft gehad om te oefenen met wat de test meet, vergeleken met de normgroep. En houdt dus geen rekening met een afwijkende of verstoorde ontwikkeling
- Alle kinderen vergelijkbaar zijn met elkaar en elkaar gelijke zijn op verschillende, belangrijke dimensies (SES, cultuur, bekendheid met materialen);
- Dat het kind “test-wise” is(snapt dat het getest wordt)
- En het kind heeft geen functionele beperkingen (in motoriek, zintuigen e.d.).
De test:
- Altijd wordt betrouwbaar en objectief afgenomen en gescoord; - Er altijd een statische interactie is tussen tester & cliënt.
Als één of meer van deze aannamen niet gelden, moet er voorzichtig worden omgegaan met het afnemen, scoren en interpreteren van de IQ test!
Aannamen & onze doelgroepen..
- Soms nog jonge kinderen
- Kinderen uit achterstandsgezinnen
Kinderen van ouders met een migratieachtergrond
Kinderen van ouders met een migratieachtergrond
Kinderen met een verstandelijke beperking
Kinderen met een functionele beperking (motorisch, slechtziend) met ontwikkelingsstoornissen (ADHD, autisme, angst)
Kinderen met vermoedelijke hoogbegaafdheid
“Therefore, children with significant handicaps are different already from their peers on so many important dimensions that comparisons with standard children are meaningless, and, indeed, impossible” Neisworth & Bagnato, 1992,
Aannamen weerlegd:
IQ/ontwikkeling:
- Relatief disharmonische ontwikkeling bij kinderen met een beperking.
- Ook bij volwassenen nog cognitieve vooruitgang mogelijk.
Kind:
- Begrip van testinstructies; wat is “hetzelfde”?
- Ongelijk qua: cultuur, ervaringen en leermogelijkheden.
- Persoonlijkheidskenmerken: angst, motivatie, frustratietolerantie e.d.
De test:
- Afname; waar en door wie.
- Manier van geven van feedback en/of aanmoediging.
- Contact tussen afnemer en kind voor testafname.
- Persoonlijkheid en verwachtingen van afnemer
- Interactie is bi-directioneel
Fuchs & Fuchs, 1986; Neisworth & Bagnato, 1992; Tzuriel, 2000; Lifshits, Tzuriel, & Weiss, 2005; Gernsbacher, 2006; Bosma & Resing, 2012.
Al het voorgaande is erop gebaseerd dat het IQ als gemiddelde van verschillende vaardigheden, überhaupt betekenis heeft.
Rose, T. (2016). De mythe van het gemiddelde. https://publicism.info/business/average/5.html
Informatie tot nu samengevat:
- Geen consensus over wat het IQ precies is.
- Geen gronden voor IQ-grenzen “verstandelijke beperking”.
- Aannames bij IQ testen vaak geschonden bij kinderen en volwassenen met
beperkingen. - Betrouwbaarheidsintervallen rondom het “gemiddelde” IQ zijn onjuist.
- Daarnaast: weinig handelingsgerichte adviezen te geven na IQ test. “Kind heeft een IQ van 74“
Kaufman (2009); Lebeer et al., (2011)
- Rubinstein (1946): “In order for an educatior to evaluate student’s; ability to learn,the educator needs to teach students something and then to observe their learning”
- Vygotsky (1962): “One should not just measure the level of intellectual functioning but also detect the best instructional level for the child because this measure gives a more helpful clue than mental age does to the dynamics of intellectual progress”.
- Feuerstein (1980): “Intelligence is not a static structure, but an open, dynamic system that can continue to develop throughout life”
Definitie dynamic assessment
Dynamische testen hebben cognitieve vooruitgang laten zien
- Volwassenen met een verstandelijke beperking (Liftshits, Tzuriel, & Weiss, 2005).
- Kinderen met Down syndroom en Fragiele X syndroom (Valencia-Naranja & Robles-Bello; 2016)
- Kinderen uit speciaal onderwijs, matig/lichte verstandelijke beperking (Bosma & Resing; 2012)
- Jonge kinderen met een verstandelijke beperking (Visser, 2014)
- Kinderen met een migratieachtergrond (Hamers, Hessels, & Pennings, 1996; Resing, Tunteler, de Jong, & Bosma, 2009)
- Kinderen met autisme (Lebeer, 2005)
- Kinderen met Asperger (Calero, Mata, Bonete, Molinera & Gómez-Pérez, 2015)
- Kinderen met spraak-taalproblemen (Bain & Olswang, 1995; Gutieérez-Clellen & Penna, 2001; van Balkom, 2019)
Vooruitgang op de test was NIET te verklaren door test-hertest effect, dus kinderen/volwassen met beperkingen zijn leerbaar.
“Vertrekkend vanuit de theoretische grondslagen van Feuerstein en Vygotsky, is dynamic assessment het creëren van een zone van naaste ontwikkeling, waarbinnen de testafnemer mediatie van cognitieve processen voorziet om zo tot een hoger mentaal functioneren van het kind te komen.”
Carol Lidz
Voorbeelden van training/mediatie
Metacognitieve hints:
- Heb je dit eerder gedaan / Hoe zou je dit aanpakken?
- Kinderen laten vertellen wat ze doen.
Cognitieve hints
- Waarom horen die twee bij elkaar?
- Waarom is dit antwoord fout?
- Welk patroon zie je?
Taakspecifieke hints:
- Waar slaapt de hond? Trek een pijl van de hond naar waar hij slaapt.
- Voordoen / samendoen.
Combinatie van vereenvoudigen van de taak en hulp geven vergroot de voorspellende waarde van een test voor kinderen met verstandelijke beperking, leerproblemen en neurologische aandoeningen.
Resing (1997); Carlson & Wiedl (1992); Caffrey, Fuchs, & Fuchs (2008)
Hulp = mediatie
- Vindt plaats in interactie tussen kind – volwassene – materiaal.
- Gaat uit van gelijkheid en aansluiten bij interesses.
- Veel aandacht voor
- Samendoen
- Begrip van testinstructies
- Gradueel opbouwen van hulp - Werkt aan één of meerdere cognitieve functies
Dynamische testen hebben cognitieve vooruitgang laten zien
- Volwassenen met een verstandelijke beperking (Liftshits, Tzuriel, & Weiss, 2005).
- Kinderen met Down syndroom en Fragiele X syndroom (Valencia-Naranja & Robles-Bello; 2016)
- Kinderen uit speciaal onderwijs, matig/lichte verstandelijke beperking (Bosma & Resing; 2012)
- Jonge kinderen met een verstandelijke beperking (Visser, 2014)
- Kinderen met een migratieachtergrond (Hamers, Hessels, & Pennings, 1996; Resing, Tunteler, de Jong, & Bosma, 2009)
- Kinderen met autisme (Lebeer, 2005)
- Kinderen met Asperger (Calero, Mata, Bonete, Molinera & Gómez-Pérez, 2015)
- Kinderen met spraak-taalproblemen (Bain & Olswang, 1995; Gutieérez-Clellen & Penna, 2001; van Balkom, 2019)
Vooruitgang op de test was NIET te verklaren door test-hertest effect, dus kinderen/volwassen met beperkingen zijn leerbaar.
VN verdrag: samenvatting onderwijs
- Personen met een handicap hebben recht op:
- Volwaardig en inclusief onderwijs
- Volledige ontwikkeling van menselijk potentieel / optimale ontwikkeling
- Een leven lang leren
- Ondersteuning om effectieve deelname te faciliteren - De staat heeft de plicht om:
- Het leren van braille, alternatieve communicatiemethoden, -middelen en – vormen mogelijk te maken.
- Te zorgen dat leerkrachten de vaardigheden hebben om deze kinderen les te geven
Dus: waarom doen we dit nog niet?
- IQ nodig voor bekostiging / plaatsing / zorg.
- Te weinig kennis / onbekendheid bestaan van dynamische testen.
- Formele dynamische testen zijn duur en vereisen training.
- In de praktijk zijn de principes gemakkelijk in te zetten, mediatie ook toe te passen op school/werkbladen en spelletjes als mens-erger-je-niet, memory,
domino ect.
- Goed bijhouden van resultaten wel van belang.
Interesse?
www.stibco.nl
https://www.stibco.nl/download/dynamic-assessment-dynamisch-onderzoek/